Hoge kwaliteitsstandaard
Ik merk in de praktijk dat er soms wat misperceptie bestaat over flesvoeding op basis van geitenmelk. Regelmatig krijg ik vragen over de betrouwbaarheid van onze producten: “Is geitenmelk wel een veilig alternatief? En hoe zit het met de kwaliteit van de melk? Smaakt het ook naar ‘geit’?” Mijn antwoord is altijd helder: geitenmelk is namelijk een goedgekeurde en toegelaten eiwitbron voor flesvoeding volgens de European Food Safety Authority (EFSA). (1) De kwaliteitsstandaard voor de productie van onze geitenmelk is hoog. Onze producten worden immers gemaakt in Nederland, het land waar eenduidige wet- en regelgeving voor flesvoeding productie zeer belangrijk is.
Mild van smaak
Af en toe schakel ik de hulp in van een van mijn gesprekspartner om een smaaktestje te doen met onze flesvoeding op basis van geitenmelk. De uitslagen zijn altijd verrassend. Want hoewel het merendeel van mijn ‘testpanel’ een typische geitensmaak verwacht, is onze flesvoeding op basis van geitenmelk juist mild van smaak. Dat heeft te maken met ons productieproces. De verse melk wordt snel verwerkt waardoor er niet een uitgesproken geitensmaak ontstaat.
Meest recente wetgevingseisen
Naast de kwaliteit en smaak, vormt de samenstelling van onze flesvoeding op basis van geitenmelk een belangrijk onderdeel. Qua samenstelling moet ons product voldoen aan de meest recente wetgevingsrichtlijnen (2). In deze richtlijnen staat geformuleerd hoeveel en welke vitaminen en mineralen onze flesvoeding moet bevatten, als ook de hoeveelheid DHA-vetzuren. Daarnaast gaan we nog een stapje verder met toevoegingen als voedingsvezels (GOS) en Beta-palmitaat (OPO).
Eiwitsamenstellling
Een interessant onderdeel is de eiwitsamenstelling van flesvoeding op basis van geitenmelk. Kijken we naar de details, dan blijkt de natuurlijke eiwitsamenstelling namelijk uniek. Dankzij deze unieke eiwitcompositie van geitenmelk, wordt er een zachte en lossere massa in de maag gevormd. Hierdoor kunnen eiwitten makkelijker worden afgebroken (3,4). Dit maakt geitenmelk van nature mild. (4,5)
Hoger in nucleotiden
Tevens is geitenmelk van nature hoger in nucleotiden in vergelijking met koemelk (6,7). Nucleotiden spelen een belangrijke rol bij verschillende biologische processen. Ten eerste spelen nucleotiden een belangrijke rol bij het herstel van weefsels en zijn het bouwstenen van ons DNA. Daarnaast ondersteunen nucleotiden de gastro-intestinale en immunologische ontwikkeling.
Zowel de eiwitverteerwaarheid als de natuurlijke hoeveelheid nucleotiden hebben we binnen ons onderzoeksprogramma onderzocht.
Bent u benieuwd naar de resultaten? Kijk voor de wetenschappelijke artikelen op ons digitale medische platform.
Kabrita Servicepakket aanvragen
Wilt u meer weten of heeft u nog vragen? Wij gaan graag het gesprek met u aan! We hopen u natuurlijk tegen te komen op een van de events of congressen waar wij aanwezig zullen zijn, maar het is ook mogelijk een afspraak te maken via dit formulier. Wij komen graag bij u langs. Voor de dagelijkse ondersteuning bieden we u een servicepakket aan met diverse materialen. Deze kunt u met één klik op de knop hieronder meteen aanvragen!
Emilie Oosterveen is onze voedingsexpert die dagelijks spreekt met medische professionals over alle aspecten van voeding. In onze blogs zal zij regelmatig onderwerpen uit de praktijk bespreken.
1). ‘Het EFSA panel concludeert dat geitenmelk een geschikte eiwit basis vormt voor zuigelingen- en opvolgmelk’- EFSA 2012
2). Nieuwe EU wetgeving flesvoeding vanaf 22022020
3). Pintado and Malcata 2000; Inglingstad, Devold et al. 2010
4). Almaas, Cases et al. 2006; Ceballos, Moreles et al. 2009; Park and Haenlein 2006
5). Maathuis A. Havenaar R. He T & Bellman S. (2017) Protein digestion and quality of goat and cow milk infant formula and human milk under simulated infant conditions, Journal of pediatric gastroenterology and nutrition (65)6, 661
6). Pellis L, He T, Boon H. Naturally high content of nucleotides in goat milk based infant formula. Poster presented at ESGHAN, Geneva 2018. Ausnutria
7). Hess JR. Nutr Clin Pract, 2012; 27 (2), 281-94. EFSA, EFSA Journal 2014;12 (7)