A2 melk

Caseïne Eiwitten

Melk bestaat onder andere uit koolhydraten, eiwitten, vetten, vitaminen en mineralen. Eiwitten komen voor als wei-eiwit en caseïne (lees hier meer over deze samenstelling). Binnen het caseïne profiel wordt onderscheid gemaakt tussen aS1- aS2-, β- en κ-caseïne. In moedermelk zitten alleen κ- en β-caseïne.

β-caseïne uitgelegd

De β-caseïne bestaat uit A1 β-caseïne en A2 β-caseïne.¹ Hier komt ook de term ‘A1 melk’ en ‘A2 melk’ vandaan. Moedermelk bestaat volledig uit de A2 variant.²

‘Gewone’ koeien hebben van nature een mengsel van zowel A1 als A2 melk. Dit komt door een genetische mutatie circa 8000 jaar geleden, waardoor koeien naast A2 β-caseïne ook A1 β-caseïne gingen produceren. Deze mutatie is wereldwijd verspreid en heeft er dus voor gezorgd dat de meeste koeien melk produceren met een hoog percentage A1 β-caseïne. Deze ‘A1 melk’ is dus een mix van A1 en A2 β-caseïne. Koeien kunnen wel genetisch gekruist en gefokt worden om zo een ‘A2 melk’ koeienras te verkrijgen.

Bij geiten is dat anders. Geitenmelk bevat van nature helemaal geen 'A1 melk' en heeft dus alleen maar 'A2 melk'. 

Vertering

De mutatie zorgt voor een verandering van één aminozuur. Het 67ste aminozuur is bij moedermelk, geitenmelk en ‘A2 melk’ van koeien een proline. Dit is voor ‘A1 melk’ veranderd naar een histidine².

Deze kleine verandering heeft tot gevolgen dat er tijdens de vertering in de darmen een peptide wordt gevormd, het zogenoemde β-caso-morfine (afgekort BCM-7). In A2 koemelk wordt deze peptide niet gevormd.  

BCM-7

Er wordt op dit moment wereldwijd heel veel onderzoek gedaan naar de effecten van A1 en A2 melk. Tot nu toe is er geen onderzoek gedaan bij baby’s onder 12 maanden met geiten- of koemelk met specifieke focus op het β-caseïne/A2 melk. De functionaliteit van A2 melk in baby’s is nog niet bewezen. Bij kinderen van 2 jaar en tussen 5 en 6 jaar is de functionaliteit van (koe) A2 melk al wel aangetoond, net als in volwassenen.

Er is ook al wel onderzoek gedaan naar BCM-7 in A1 melk dat tot verteringsproblemen zou kunnen leiden. BCM-7 reageert op de opioïde receptoren in de darmen waardoor de passage tijd door de darmen mogelijk vertraagd wordt.³  Veel genoemde problemen zijn buikpijn, constipatie, gasvorming, allergische reacties en ontstekingen.

Onderzoek

In de review van Kullenberg (2019) werd onderzoek gedaan naar het verband tussen A1 β-caseïne en gezondheidsgerelateerde uitkomsten. Hiervoor werden onder andere elektronische databases en klinische onderzoeken vergeleken.⁵ 

Een onderzoek uit China in 2017 vergeleek uitkomsten van 600 volwassenen die willekeurig ingedeeld waren om 300 milliliter melk met A1 en A2 β-caseïne te drinken, of alleen A2 β-caseïne. De mensen die de melk met alleen A2 β-caseïne hadden gedronken, gaven onder andere aan minder last te hebben van gasvorming, buikpijn en ontlastingsproblemen vergeleken met de mensen die melk met A1 en A2 β-caseïne hadden gedronken. De conclusie van dit onderzoek was dat melk-gerelateerde darmproblemen veroorzaakt kunnen worden door inname van A1 β-caseïne.⁶

Een cross-over pilot onderzoek is uitgevoerd in Australië. Hier werden 41 volwassen gevolgd die twee weken lang dagelijks 750 milliliter A1 koemelk kregen, waarna ze na een rustperiode van twee weken lang dagelijks 750 milliliter A2 koemelk kregen (of eerst A2, daarna A1). In de periode dat mensen de A1 melk dronken, werden meer symptomen zoals buikpijn en een opgeblazen gevoel waargenomen, dan tijdens de periode dat deze mensen A2 melk dronken. Ook de consistentie van de ontlasting veranderde.⁷

Kabrita bevat van nature A2 melk

Kabrita op basis van geitenmelk bevat van nature A2 melk en bestaat dus alleen uit A2 β-caseïne. Onderzoek laat zien dat het consumeren van A2 koemelk geen BCM-7 vormt en de daarmee geassocieerde klachten als buikpijn, stoelgang problemen of constipatie wegblijven. Uiteraard bevestigt ons eigen onderzoek dat Kabrita A2 melk is (intern onderzoek ingediend voor publicatie).

Voor baby’s en jonge kinderen is een voeding gebaseerd op geitenmelk eiwitten met A2 β-caseïne makkelijker te verteren en kan het comfort geven.

Let wel: A2 melk is niet geschikt bij lactose-intolerantie of vastgestelde koemelk-allergie. Borstvoeding is de eerste aangewezen voeding voor een goed begin. Als dit op een bepaald moment geen optie is, dan is Kabrita ontwikkeld om een goede start in de jonge levensjaren van gezonde kinderen te ondersteunen.

Bronnen

1. Nilsen, H. et al.(2009) Casein haplotypes and their association with milk production traits in Norwegian Red cattle. Genetics Selection Evolution 2009, 41:24 doi:10.1186/1297-9686-41-24
2. Pattanayak, S. Human health impact of bovine beta-casomorphin-7 of milk – a question for milk products or our breeding policy? Explor Anim. Med. Res 2013, 3(2) 93-94.
3. Brooke-Taylor, S. et al. (2017). Systematic Review of the Gastrointestinal Effects of A1 Compared with A2 β-Casein. Advances in nutrition (Bethesda, Md.), 8(5), 739–748. https://doi.org/10.3945/an.116.013953
4. Clarke, A., et al. “Bovine Beta Casein Variants: Implications to Human Nutrition and Health.” International Conference on Food Security and Nutrition. Singapore. 2014.
5. Küllenberg de Gaudry, D., et al. (2019). "Milk A1 β-casein and health-related outcomes in humans: a systematic review." Nutr Rev 77(5): 278-306.
6. He, et al. Effects of cow's milk beta-casein variants on symptoms of milk intolerance in Chinese adults: A multicentre, randomised controlled study
7. Ho et al, 2014 Comparative effects of A1 versus A2 beta-casein on gastrointestinal measures: a blinded randomised cross-over pilot study
8. Pensabene, L., et al. (2018). Cow's Milk Protein Allergy in Infancy: A Risk Factor for Functional Gastrointestinal Disorders in Children?. Nutrients, 10(11), 1716. //doi.org/10.3390/nu10111716